Wordt toch eens volwassen!

Ik schrijf wat minder vaak. En dat is niet erg. Want schrijven is niet het enige dat ik doe.

Op de een of andere manier moet ik altijd iets creëren. Die drang was er heel vroeg bij mij. Toen ik heel klein was, wilde ik tekenen, schilderen, dansen en zingen. Zonder creativiteit ben ik ongelukkig.

Weet je wat ik raar vind? Dat ik daar soms ook ietwat rare reacties op krijg. Of nog erger: geen reactie...stilte, staren, ogen draaien. Ik trek mij dat niet aan, maar ik kan het ook niet begrijpen. Is dat erg? Want wie kan nou leven zonder creatieve handelingen? Zonder kokkerellen in de keuken en afwijken van dat recept? Zonder handwerk, handvaardigheid, kunst, muziek, schrijven, tekenen, creëren? Hoe komen mensen de dag door zonder dat ze iets gemaakt, gezongen of gespeeld hebben?

"Wordt het niet eens tijd dat je volwassen wordt?". 


Zo. Das een binnenkomer.

Die opmerking kreeg ik een hele tijd geleden. De persoon bedoelde het misschien niet slecht (nou ja?). Deze persoon was allesbehalve creatief. Zeer rechtlijnig. Motto: Werk, eten, slapen, herhalen.

Ik moet accepteren dat iedereen anders is. Dat doe ik ook wel. Maar toch ben ik ervan overtuigd dat iedereen alleen maar voordelen heeft van het toepassen van een creatieve denkwijze. Ik wil hier verder mee, wil mensen overtuigen. En dat ga ik ook zeker doen. Stug en onvermoeibaar. Ook al gaat het traag, ook al bereik ik nu nog maar weinigen. Ik bijt mij hierin vast en blijf doorgaan.



En nu.....Eva. 

Na het ontbijt bel ik mijn moeder en spreek af om die middag samen naar oma te gaan. Bram biedt aan om de boodschappen te doen en zal het huishouden vandaag ook op zich nemen. Hoe lief! We besluiten om die avond onze date bij de Italiaan in te halen. Ik heb er zin in.

Ik douche, droog mijn haar en trek mijn favoriete trui en spijkerbroek aan. Leo ligt op zijn plekje op de bank. Hij slaapt. Ik betrap mezelf erop dat ik even naar hem blijf staren. "Chill, Eef, het is Leo maar" spreek ik mezelf bemoedigend toe terwijl ik de deur achter me dichttrek.

Twintig minuutjes later arriveer ik bij het huisje van mijn oma en terwijl ik mijn tas uit de auto pak, komt ook mijn moeder aan in haar kleine, rode autootje. Als ze uitstapt, valt het me op dat ze weer wat grijzer is geworden. Ik heb haar alweer een tijdje niet gezien. Hoe lang eigenlijk...drie weken...of toch alweer vier?

"Hoi lieverd, das veel te lang geleden, zeg. Dat moeten we dus niet meer doen. Hoe gaat het met je? Je ziet er wel moe uit...slaap je wel goed?". Lief en zorgzaam als altijd. Mijn moeder. Waarom neem ik me dan nooit de moeite om haar te zien? Heb ik het echt zo druk? "Hi, mam, ja sorry. Mijn schuld. We moeten gewoon vaste afspraken in onze agenda's zetten. Dan gebeurt dit niet meer". "Ach Eef, ben je mal? We moeten elkaar toch ook gewoon zo kunnen zien, zonder afspraak? Maar goed, we gaan eens even kijken hoe het met je oma is. Hoelang heb je haar eigenlijk niet meer gezien?". Op dat moment gaat de voordeur open en zie ik het vriendelijk gezicht van mijn oma. "Vijf maanden...vijf lange maanden, niet Eva?", zegt ze met een lach. "Ik snap het wel. De jongeren tegenwoordig hebben het zo druk met hun carrières en zo. Ik ben blij dat jullie er zijn. De koffie is net klaar".

Op het moment dat ik over de drempel van oma's huis stap, voel ik de vertrouwde sfeer, ruik ik de geur van potpourri en appeltaart. Waarom blijf ik hier in godsnaam vijf maanden weg? De tijd vliegt veel te snel voorbij en wat doe ik eigenlijk met mijn leven? "Appeltaart met of zonder slagroom, Eva?". "Met natuurlijk!".

De taart is heerlijk, net als de koffie. Vertrouwd en fijn. We kletsen over het werk, over onze gezondheid, over het leven. En we hebben wat bij te kletsen. Het gaat goed. We zijn gezond en we zijn weer samen. Beter kan het eigenlijk niet. "Mam? Zijn mijn boeken nog bij jou? Ik wilde weer eens wat gaan lezen en ik heb ze nooit verhuisd". Voor mijn moeder kan antwoorden, legt mijn oma haar hand op mijn schouder. "Ze staan hier, lieverd, niet meer bij je ouders. Ik heb hier zoveel ruimte en zoveel kasten. Vandaar dat je vader ze laatst hierheen heeft gebracht. Ga maar kijken in de woonkamer. Kun je meteen een paar boeken meenemen naar huis".

Oma's woonkamer is knus en warm. De muren van de kamer zijn niet meer te zien. Elke wand zit verstopt achter kasten vol boeken. En niet alleen mijn boeken. Opa en oma hadden er zelf al honderden en nu zijn het er nog een paar honderd meer. In een hoek van de kamer staat de oude kachel met daarvoor de kleine zeteltjes van oud bruin leer. Ik kan me nog goed herinneren dat ik daar als kind vaker met opa en oma voor de kachel zat. We lazen dan in een oud sprookjesboek en we genoten van de warmte en de gezelligheid. Het is jaren geleden dat opa overleden is, maar in mijn gedachten zie ik hem nog daar zitten. En daar bij dat bijzondere plekje staat de kast waarin oma mijn boeken heeft opgeborgen. 

Daar staan ze allemaal. Van Alice in Wonderland, via Het Oneindige Verhaal naar de serie van The Hitchhikers Guide to the Galaxy. Voorzichtig pak ik een van mijn boeken uit de kast. Het is Mathilda van Roald Dahl. Het boek over een meisje met vreselijk domme ouders. Mathilda wilde niets liever dan lezen en leren. En ze wilde heel graag lieve ouders. Ik had lieve ouders en was vroeger net zo verzot op lezen als Mathilda. Naast Mathilda staat dat andere bekende boek van de heer Dahl. Sjakie en de Chocoladefabriek. Ik leg beide boeken op mijn schoot en ik voel een kriebel in mijn neus. De boeken zijn allebei bedekt met een dikke laag stof. Duimendik. Ik voel stofdeeltjes kriebelen in mijn neus en ik nies hard, waardoor nog meer stof opwaait. Zodra ik gekalmeerd ben, bekijk ik de rest van de boeken. Ze zien er allemaal stoffig uit en er hangt spinrag in een van de hoeken van de kast. Dat is niks voor oma. Ze houdt alles altijd netjes schoon. Ik bekijk de andere kasten waarin de boeken van opa en oma staan. Tot mijn verbazing zijn al die boeken stofvrij. 

"Ja, kind, dat snap ik ook niet. Het zal wel door het hout van de kachel komen. Dat stoft ontzettend. Jouw boeken staan het dichts bij de kachel. Misschien komt het daardoor. Ik stof ze echt regelmatig af. Ze staan er niet eens zo lang... maar goed. Neem mee wat je wil lezen. Zal ik een doosje voor je pakken?". "Dat zou wel fijn zijn, oma. Ik denk dat ik toch een boekenkast ga kopen. Dan kan ik elke week een doosje boeken ophalen. Dan zie ik u ook meteen wat vaker". "Dat is perfect, lieverd". 

Een half uurtje later zitten we weer aan de keukentafel met een kopje thee. Het doosje met boeken staat al in mijn auto. We praten weer over allerlei wissewasjes tot we op Leonardo komen. Oma vertelt over zijn jonge, avontuurlijke jaren. "Maar hoe oud is Leo eigenlijk, oma? Het lijkt soms alsof hij er al altijd was". "We kregen Leonardo van een van mijn goede vrienden vlak voor jouw geboorte, lieverd. Hij was echt nog heel jong toen we hem kregen. Hij is nu dan een jaartje of 29, denk ik". Ik knipper verbaasd met mijn ogen, onder de indruk van de hoge leeftijd van onze kater. "Ja", zegt mijn moeder, "ik weet nog goed dat jullie hem kregen. Een paar dagen later lag ik te puffen in het ziekenhuis. Leo vond jou meteen heel erg interessant. Als jij begon te huilen, maakte hij ook van die grappige geluidjes". "Zo oud is dat nu ook weer niet," zegt mijn oma kordaat. "De oudste kat ooit heeft de respectabele leeftijd van 38 jaar weten te bereiken!". 



"Is jullie nooit iets geks opgevallen aan Leo", vraag ik nieuwsgierig aan de twee belangrijkste vrouwen in mijn leven. "Iets geks? Wat bedoel je?". "Nou, gek, vreemd, rare nukken, weet ik veel". "Nou...", zegt oma na een korte stilte. "Hij was altijd heel statig en mysterieus. Hij was, toen hij jonger was, soms dagen weg. Vooral in de winter. Ik had soms niet eens in de gaten dat hij dan naar buiten was geslopen. Maar ineens lag hij dan weer op zijn vertrouwde plekje. Ongemerkt. En hij miauwde zangerig....alsof hij lachte, nee, giechelde. Maar dat doet ie al jaren niet meer. Maar waarom die vragen over Leo? Merk je dat hij achteruit gaat? Heeft hij ergens last van?". "Nee, nee. Nou, misschien krijgt ie wat last van de oude dag". Ik vertelde mijn mams en oma wat er was gebeurt, maar ik was wijs genoeg om het verhaal van de spiegel weg te laten. Dat was te absurd. 

"Tja, lieverd, hij is toch al wat ouder. En als we ouder worden, worden we allemaal een beetje anders dan anders. Zo er is dat niet, toch?". 

Een half uurtje later nemen we afscheid. En we maken meteen een nieuwe afspraak: volgende week zondag komen we weer samen bij oma. Voor de boeken, de gezelligheid, de koffie en de thee...en natuurlijk de taart. Het voelde weer als vroeger, toen ik klein was. Thee drinken met mama en oma. Er ging een steek van verlangen door mijn buik. Een verlangen naar vroeger. 

Was ik toch nog maar eens zo klein als toen....


Fijne avond en tot snel. 

Liefs, 

Joyce xxx

Reacties

Populaire posts van deze blog

Even afdwalen...

Alles over aangeleerde hulpeloosheid en hoe de olifant eindelijk kon ontsnappen....