"Leef je nog, Eva?" Liggen fantasie en realiteit dicht bij elkaar?

Voor ik met mijn ogen kan knipperen, valt de stroom uit. Het is donker, het scherm van mijn laptop is nu geheel zwart. Geen witte letters. 

De noodverlichting springt knipperend aan en ik hoor iets trillen. Het duurt even voor ik in de gaten heb dat het trillend geluid uit mijn tas komt. Mijn telefoon. "Blijf rustig, Eva, er is niets aan de hand. Het zal wel weer een geintje zijn van Jimmy van IT", mompel ik tegen mezelf terwijl ik verwoed op zoek ga naar mijn telefoon. Het trillen gaat door en ik word onrustiger. De noodverlichting is niet fel genoeg om mijn gigantische en onpraktische tas goed te doorzoeken. "AUW!....."....niet te geloven...de scherven zitten zelfs in mijn tas. Ik voel dat de scherf in mijn duim steekt, maar kan in dit halfduister niet genoeg zien. Ik moet weer naar de kantine, want daar staat de verbanddoos. Eerst de telefoon....net op tijd. 

"Met Eva?". "Jezus, Eef, waar blijf je nou? We zouden toch naar de Italiaan gaan vanavond? De laatste tijd kan ik niks meer met je afspreken..". Het is Bram...de lieverd zat te wachten. Hadden we dan een afspraak? Eerlijk? Ik weet het niet meer. "Sorry, sorry, sorry.....alweer....ik weet dat ik het al 100 keer heb gezegd, maar ik moest nog even doorwerken. En nu is ook nog de stroom uitgevallen en weet ik niet of mijn werk is opgeslagen. Ik had je moeten bellen...". Ik zeg maar niet dat ik niet eens meer wist dat we een afspraak hadden. In de tussentijd druppelt het bloed tussen de scherven op de vloer en op mijn rok. Dit schiet niet op. Het telefoongesprek stelt mij wel weer wat gerust en de dreigende letters zijn nu even niet meer het belangrijkst. 

"Ik kom er binnen 20 minuten aan, echt!". Het is even stil en ik voel de irritatie door de telefoonlijn. "Weet je, neem dan maar meteen wat van die diepvriespizza's mee van de supermarkt, want ik heb geen zin meer om hier in mijn pakje en dasje op jou te wachten". "Maak er dan maar een half uurtje van", zeg ik met mijn liefste stem. "Ok"..."Tot zo, lie.", ik hoor de klik al voor ik mijn zin kan afmaken. Op dat moment hoor ik duidelijk nog een klik en de lampen springen flikkerend aan. Mijn laptop piept zacht en ik zie het beginscherm verschijnen. Onze kater Leonardo kijkt mij vanaf het beeldscherm aan. Niks geks, geen oorverdovend geluid, geen witte letters. Ik log gauw in en tot mijn verbazing verschijnt het document waar ik die hele dag aan had gewerkt in beeld. Niks weg, alles intact. Ik moet nu echt richting kantine, want mijn rok zit al vol bloed, net als de vloer. 

De scherf zit redelijk diep en ik bijt op mijn tanden terwijl ik dat ellendige ding eruit trek. Nu blijft het niet bij druppelen maar sijpelt het bloed snel uit de diepe wond. Ik merk dat ik niet genoeg gegeten heb en draai gauw de kraan open. Ik spoel de wond goed schoon en hou mijn polsen nog even onder het koude water. Ik kom weer wat bij zinnen en grijp de verbanddoos uit een van de kastjes. Gauw een pleister erop en de boel opruimen. 

Een kwartier later rijd ik de parkeerplaats van de supermarkt op. Geen tijd om even bij te komen, want ik wil Bram niet laten wachten. Ik zie dat de mandjes bij de ingang op zijn en loop vermoeid richting de eerste kassa. De stapel mandjes daar is zo hoog dat ik op mijn tenen moet staan om een mandje te kunnen pakken. Grapjassen van de Jumbo....Doelgericht loop ik richting koeling voor olijven en feta. Ik wil de olijven in het mandje leggen en zie dan dat er een vergeten boodschappenbriefje in mijn mandje ligt. Het briefje is dichtgevouwen en ik word nieuwsgierig. Nooit heeft een briefje in een mandje of karretje mij getriggerd.....waarom nu wel? Ik heb geen tijd om te kijken en steek het papiertje in mijn jaszak. Gauw de pizza's, tomaten en een toetje en dan richting huis, richting Bram en Leo. 

Laptoptas, tas, plastic zak met boodschappen, loodzwaar hoofd, hoofdpijn...maar ik ben thuis. Onhandig sluit ik de auto af, waarna mijn laptoptas van mijn schouder glijdt en de sleutels uit mijn pijnlijke hand vallen. "Shit!! Man, man, man, houdt het dan nooit op!". Op dat moment zie ik iets bewegen in mijn ooghoek. En terwijl ik de sleutel van de grond gris en de tas terug in positie duw, zie ik dat het Leo is. Maar dat kan helemaal niet. Leo weigert namelijk om naar buiten te gaan. Hij is doodsbang voor alles en iedereen. Dat was niet altijd zo, maar het laatste jaar reageert hij fobisch zodra ik de voordeur open doe. En nu zit hij daar, ongestoord, op het grasveldje voor ons huis. Hij staart mij aan, terwijl zijn pluizige staart langzaam op en neer gaat. "Leo? Wat doe jij nu hier, beest?". Ik loop zo snel ik kan richting voordeur en dus richting Leo. Het is 'm echt. Zoals Leo is er maar een. Het is een grote Siberische kater met een litteken dat over zijn linkeroog loopt. Dat was nog uit zijn moedige tijd toen hij nog iedere dag op avontuur ging. "Leo, kom....we gaan naar binnen...gekkie!". Ik ben er bijna en wil me al naar voren buigen om mijn harige vriend te aaien. 

Op dat moment gebeurt het! Leo haalt uit en blaast uit alle macht, waarna hij wegrent richting de duisternis achter ons huis. Paniekerig roep ik nog dat hij terug moet komen. Op dat moment gaat de voordeur open en stapt Bram naar buiten. "Wat doe jij raar? Wat sta je hier te schreeuwen???". "Jezus, man, Bram, heb je niet op Leo gelet??? Hij is buiten en is dus nu weg!! ". Mijn stem slaat over van paniek en vermoeidheid. Bram neemt de tassen van me over en ik ga naar binnen. Ik moet even bijkomen om daarna op zoek te gaan naar mijn kat. 

Dan zie ik het en het zweet breekt me uit. Daar voor de haard ligt Leo, gemoedelijk en relaxed als altijd. "Wat bazel je nou over Leo, Eva? Volgens mij werk je te veel...Leo ligt al de hele tijd op zijn plekje. Die heeft niet meer bewogen sinds ik thuis ben gekomen. Heb je de pizza's?". 

Het wordt me teveel en ik moet eerst naar het toilet. Mijn maag draait en ik moet nodig plassen. Onhandig trek ik mijn jas uit in het portaaltje voor de badkamer. Dan valt het boodschappenlijstje uit het mandje van de supermarkt op de grond. In gedachten raap ik het briefje op en vouw het open. Ik ken dat handschrift toch....wat ....

"Het wordt tijd dat je terug komt, Eva. We missen je zo". 

Het wordt zwart voor mijn ogen..."Wat is dit!!"..



Eva heeft het moeilijk. Ze heeft stress, ze is moe, ze zit er eigenlijk een beetje doorheen. Maar ze moet door. Eigenlijk zou Eva een leuk leven moeten hebben. Ze heeft de liefde in Bram gevonden. Ze wonen sinds een half jaar samen in het huis van Bram en het gaat goed. Zelfs Leo kan het goed met Bram vinden. Leo was vroeger de kat van de oma van Eva en maakt al sinds Eva's jeugd deel uit van de familie. 

Sinds een paar jaar weigert Leo nog naar buiten te gaan. Eva heeft het te druk met haar baan om daar echt aandacht aan te schenken. Het zal wel komen door zijn ouderdom of misschien heeft een van zijn avonturen hem toch wel bang gemaakt. 

Eva werkt, komt naar huis, eet, zit, doet het huishouden, verzorgt Leo en probeert Bram ook nog wat aandacht te geven, maar vaak valt ze al vroeg in slaap op de bank. Hobby's heeft ze niet, geen tijd voor. Geloven doet ze niet, want das maar onzin. Eva leeft, maar leeft ze ook echt? Ze leeft van vakantie naar vakantie, dat wel. Maar in de tussentijd gaat ze volledig op automatische piloot en leeft ze op stress, vermoeidheid en prestatiedrang.

"Is she alive, or just breathing?".


Geloof me, op dit moment leeft ze. Ze wordt geleefd. Wie probeert haar te bereiken? En is dat wel echt zo, of heeft onze Eva gewoon last van oververmoeidheid? En wat was dat met Leo? Of was het gewoon een andere kat en heeft Eva zich vergist? 

We zullen er gauw genoeg achter komen. 

Liefs, Joyce

Reacties

Populaire posts van deze blog

Even afdwalen...

Alles over aangeleerde hulpeloosheid en hoe de olifant eindelijk kon ontsnappen....